‘Wijken en wegen’

Rijdend over de Hagelkruisweg doemt ineens, uit het niets, een wegversmalling op. Dat is schrikken!
Ineens komt het haantjesgedrag boven borrelen. Het verdedigen van het territorium zit nou eenmaal in de genen. Met een dikke wagen of een vette tractor dirigeer ik Calimero en de overige weggebruikers naar de kant van weg. De reacties van de rest van de kudde achter mij zijn natuurlijk zoals je kunt verwachten: dicht bij elkaar, met dezelfde snelheid, van geen wijken weten.
Vogelvrije haantjes en stresskippen wil ik niet generaliseren, maar zodra je achter het stuur zit, gaat de knop om. Om van A naar B te komen zijn er onderweg diverse ‘obstakels’, bijvoorbeeld andere weggebruikers, welke mogelijk veroorzaken dat je te laat komt op je afspraak. Vogelvrij voelen kent z’n grenzen: het interieur mag je zelf nog bepalen. Voor de rest zijn de voertuigen allemaal hetzelfde. Alleen diegene die dat ene papiertje heeft weten te bemachtigen, is ‘the king of the road’.
Maar ook zonder papiertje kan ik op m’n stalen ros het verschil maken. De weg is krom, ik maak ‘m recht. En iedereen die mijn gekozen pad probeert te versperren, zal ik met mijn tweewieler handig ontwijken. Maar ik blijf erop zitten, koste wat kost.
Diverse wegwerkzaamheden in de afgelopen tijd in Zeilberg maakt dat menigeen nog voorzichtig is voor het onbekende. Maar na enige tijd weten we de weg. Dan zullen de kippen en haantjes zich weer als vanouds over de binnen- en buitenwegen manifesteren. Witte strepen, driehoeken en borden zullen weer als een schim opdoemen in de donkere nachten, want donker wordt ‘t. Niet alles zal de weekenden overleven.

Gemeente Deurne heeft voornemens een aantal lantaarnpalen te verwijderen uit het buitengebied. Op hun website geven ze aan naarstig op zoek te zijn naar inwoners die mee willen denken over welke weg mogen en welke niet. Zoals het er nu naar uitziet zullen enkele lantaarnpalen bij kruisingen blijven staan, voorzien van zuiniger licht. De rest wordt op de een of andere manier gesaneerd. Het wordt echt donker. Ook dat vergt weer enige gewenning in onze rit van A naar B.
De beslissing tot het verdonkeremanen van deze lichtbronnen zal de discussie die nu nog gaande is in onze provincie, over of het lied van Guus Meeuwis ons Brabants volkslied is, wordt of mag worden, geen licht in de duisternis brengen.
“En dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog licht…”