‘Alleen het beste is goed genoeg voor een dierbaar huisdier’

Een najaarsdag waarop de zon probeert de wolken te doorklieven met toch nog warme stralen. Het is nog betrekkelijk vroeg: nog geen tien uur in de ochtend. Terwijl ik langs de basisschool wandel richting Blasiusstraat, is mijn blik gericht op het mooie huis aan het einde van de Margrietstraat, nee, aan de overkant van de Blasiusstraat. Dat is mijn doel. Het werd ooit gebouwd door Toon Aarts, de eerste prins die de scepter zwaaide met carnaval in Zeilberg. Later werd het bewoond door Trudy en Hub Haazen. Ook Hub heeft – vele jaren later – de scepter gezwaaid over het Pottenbakkersland. En nu wordt het mooie en toch ook statige huis bewoond door de familie D’Hoe.
“Import”, zult u misschien denken. En eerlijk gezegd, ook ik dacht dat het mensen waren die geen banden hadden met ons Zeilberg. Maar, oei, oei, een mens kan zich vergissen! Dat zal zo direct wel blijken…

Al een aantal jaren is er op de plek, waar ik naar op weg ben, gewerkt. Hard gewerkt, veel gewerkt! Vanaf de buitenkant is niet te zien wat er ín huis allemaal gedaan is, maar neem van me aan, dat is erg veel. Wat er zich om het huis afspeelde, was wat makkelijker te volgen. Er was voorheen sprake van een ‘sprookjestuin’, waar je jezelf om de vijf meter op een andere plek waande. Een parfummuseum in een Hans-en-Grietje-huisje, een zwembad met een gezellig ingerichte verblijfruimte. Het was er allemaal, maar het heeft ook allemaal plaatsgemaakt voor een praktische, open tuin met zicht op het nieuwe kattenhotel in wording. Ik zie iemand, in werkkledij en het hoofd afgeschermd met een pet, hard werken. Hij steekt zijn hand op en ik zwaai terug. Om terug te komen op dat kattenhotel, het volgende: De aanleiding voor mijn bezoek aan de familie D’Hoe, was een privébericht dat ik via Twitter ontving. Een oud-prinses van Zeilberg, Winnie Noijen, bracht me op de hoogte van de opstart van een Kattenhotel. “Dat is misschien wel wat voor een ‘In gesprek met…’!”, aldus Winnie. En ja, waarom niet, zo dacht ik. Overleg binnen de redactie maakte al snel duidelijk dat het inderdaad een onderwerp kon zijn dat de moeite van het belichten waard was. Vandaar mijn wandeling richting Blasiusstraat 39.

Omdat ik de familie D’Hoe niet echt ken (dacht ik), bel ik beleefd aan. Een jonge vrouw met blond krullend haar maakt open en we schudden elkaar de hand. (Uit de mailwisseling wist ik dat het om Eva d’Hoe ging.) We lopen via de hal en een werkkamer richting keuken en het eerste wat me opvalt, is de geweldige make-over die dit huis heeft ondergaan. Ik kende de woning van de tijd dat ik samen met Hub Haazen deel uitmaakte van de dorpsraad en herinnerde het me als een gezellig, donker, groot huis, met veel kleine ruimten. Daar is nu absoluut geen sprake meer van. Het is licht gemaakt en ruimtelijk. De haarden zijn verdwenen en daarmee ook de schouwen. De warmte komt van onderaf: vloerverwarming onder de prachtige grote tegels. Een moderne, ruimtelijke en lichte woning! Eva loopt meteen even door naar buiten, zodat ik een blik kan werpen op de vernieuwde tuin, waar ik al over sprak. Dat is ook het moment dat ik even toegezwaaid wordt door een van de werkers. Dat blijkt de vader van Eva te zijn. Hij is bezig met het inwassen van de vloer en het aanbrengen van de plinten. Daarom ook kan ik het hotel niet aan de binnenkant bekijken, maar dat moment komt nog wel. Dan nemen we in de keuken plaats aan de tafel, maar niet voordat ik een klein manneke van een jaar of vier heb toegezwaaid. Hij blijkt al die tijd muisstil in de kamer voor de tv te zitten. Eva vertelt dat het haar zoontje Noah is, inderdaad vier jaar jong en eigenlijk hoort hij op school te zitten. Hij voelde zich vanmorgen echter niet echt lekker en is daarom thuis. Zijn zusje Jill is op school. Ze is drie jaar ouder en kijkt er elke morgen naar uit de weg over te steken, want veel verder hoeft ze niet om de school te bezoeken.

Het wordt tijd om ter zaken te komen. Eva, vertel eerst maar eens wie je bent en hoe je in de Zeilberg terecht bent gekomen! En als ze dan begint te vertellen, valt mijn mond open en snap ik ook waarom Winnie mij dat bericht via Twitter stuurde…
Eva: “Ik ben een dochter van Janny en Guus de Corte. Mijn oma van moeders kant woonde in de Zeilberg; lang op de Parallelweg en later in de Pottenbakker. Mijn vader heeft altijd in de bouw gewerkt en dat betekende ook voor ons gezin dat we regelmatig aan het verbouwen waren of dat er nieuwbouw was. Dan brachten wij, de kinderen, onze tijd vaak bij oma door. Ik ben dus eigenlijk opgegroeid in de Zeilberg, al woonden we er officieel niet…”
Wie was je oma dan?
“De moeder van Ans, Geert, Silvie en ons mam…”, zegt Eva met een enigszins vragend gezicht. Het kwartje moet bij mij even vallen. “Wie is jullie mam dan?” “Janny Noijen!”, lacht Eva. “Oooh, maar die ken ik wel! Net als je oom en tantes…”, reageer ik. “Ja, ik dacht al,” zegt Eva, “die kennen jou ook!” Kijk, en zo is het ijs (als daar al sprake van zou zijn) gebroken. En dat praat toch veel makkelijker!

Vertel eens, hoe zijn jullie hier terechtgekomen?

“We waren op zoek naar een huis met veel ruimte eromheen. Het liefste een langgevelboerderij, lekker landelijk. Toen werden we gewezen op dit huis, maar dat wuifde ik al snel weg. De tipgever bleef aanhouden en vertelde dat er heel veel ruimte was. Een grote tuin en dat was een van de wensen. Daarom zijn we toch maar gaan kijken. Nadat we een afspraak gemaakt hadden met Hub en Trudy, kwamen we het huis binnen. Nou, binnen tien minuten was al mijn voorbehoud verdwenen als sneeuw voor de zon! Ik was verkocht… en dat het ook nog in de Zeilberg was; het dorp waarin ik opgroeide, dat maakte het helemaal af. Het huis was niet zoals wij dat wilden, maar ik keek door alles heen en zag de mogelijkheden zich opstapelen. Er kon iets van gemaakt worden dat helemaal naar onze wens zou zijn. En voor de tuin gold eigenlijk hetzelfde. Het was niet echt wat wij voor ogen hadden, maar de tuin had potentieel! Al snel kwamen we tot overeenstemming en we ruilden van woning! Dat was vier jaar geleden. We hebben heel hard gewerkt. Eerst hebben we het huis aangepakt en zo gerenoveerd tot het was zoals wij het wilden. Ons pap heeft zich in die tijd, helemaal onmisbaar gemaakt! Hij heeft werkelijk van alles gedaan en wist met zijn ervaring in de bouw ook hoe het aangepakt moest worden. Eigenlijk werd hij vanaf het eerste moment de bouwdirecteur die zelf mee op de werkvloer stond!” Oké…, je hebt het steeds over ‘ons’ en ‘wij’. De kinderen zijn genoemd, maar wie is je echtgenoot?
“Dat is Koen. Hij komt uit Lierde in België en was al heel vroeg klaar met zijn studie tot dierenarts. Hij kwam werken bij Dierenartsencombinatie Zuid-Oost waar ik werkte als dierenartsassistente. Daar vonden we elkaar en na verloop van tijd werden we een paar. Zoals gezegd hebben we samen twee kinderen; Jill en Noah.”

Je bent altijd al met dieren bezig geweest, dus?

“Ja, ik heb vroeger altijd gezegd dat ik dierenarts wilde worden. Dat is het uiteindelijk niet geworden, maar na een ‘uitstapje’ bij een cosmeticazaak, werd ik assistente bij dierenartspraktijk De Groot. Als gevolg van een fusie ging het bedrijf op in Dierenartsenpraktijk Zuid-Oost. De functie van assistente groeide uit van administratief werk in het begin, tot een veel uitgebreidere taak later. Opleidingen gedurende mijn werk, brachten mijn baan op een veel hoger niveau. Zo deed ik bijvoorbeeld ook kleine ingrepen, als castraties. Ik heb puppycursussen gegeven en werd voedingsdeskundige voor dieren die op dieet moesten. Mijn hart lag helemaal bij de honden en ik zag voor mij dan ook een toekomst in iets met die dieren. We werkten samen, Koen en ik, op dezelfde plek en ook buiten werktijden speelde het werk door tijdens gesprekken en het dagelijkse leven. Koen was overigens gespecialiseerd in grote huisdieren, met name in kalveren. Maar na verloop van tijd kreeg ik steeds meer het gevoel dat ik iets anders moest gaan doen. Ik werkte er al best lang en maakte mee dat mensen met een pup bij de praktijk kwamen en dat ik ze jaren later moest bijstaan als dezelfde hond na een mooi leven moest worden ge-euthanaseerd. De pijn die de baasjes dan voelden, voelde ik ook. Ik wilde wat anders. Bovendien wilde ik ook een andere wereld zien dan vierentwintig uur dierenartswerk… Ik besloot toen te stoppen als dierenartsassistente en solliciteerde bij een juwelierszaak. Daar ben ik na een misverstand aangenomen!”, lacht Eva. Wat bleek? Het merk hondenvoer waarmee Eva werkte bij de dierenartspraktijk, droeg dezelfde naam als de computer waarmee de juwelier werkte. “Toen ik vertelde dat ik daarin gespecialiseerd was, dachten ze dat ze met mij een kei in de ict binnenhaalden…! Toen ik zei dat ik daar helemaal geen verstand van had, werd ik meteen aangenomen!”, wordt de lach verklaard.

Maar nu je hotel. Vertel eens hoe je daar op gekomen bent!

“Ik heb al verteld dat ik een echt hondenmens ben. We hadden een Argentijnse dog, maar toen we kinderen kregen werd het organisatorisch wat moeilijk met zo’n grote hond. Je hebt dan wat minder plek in de auto, bijvoorbeeld. Toen de hond na een mooi leven kwam te overlijden, besloten we om maar geen hond meer te nemen. Maar dieren moesten er komen! Toen kwamen we bij een Noorse Boskat uit. Inmiddels hebben we er twee.” Terwijl Eva dit vertelt, staat ze op en rammelt met een bakje kattenbrokjes. Twee mooie katten komen de keuken binnengewandeld. Een mooie grijs gestreepte en zo’n prachtige roodharige kat. Behoorlijk groot, ook. “Het zijn de grootste huiskatten die er zijn. En je kunt het geloven of niet, ze lijken veel op een hond, qua gedrag!” Nou, ik geloof het, want ik zie het met eigen ogen! De grootste gaat op het speelkleed liggen bij Noah die daarop zit te spelen. En Eva vertelt me dat de kat zelfs kan apporteren! Eva gaat verder: “Op een gegeven moment kwam ik op het idee om een hondenpension te gaan beginnen. We zijn ook gaan kijken en we zijn zelfs op een plek bezig geweest over een eventuele overname. Maar ik kon het niet. Ik wilde niet weg uit de Zeilberg. En om in onze tuin een hondenpension op te starten, nee dat kon niet. Dat geeft overlast en we wilden dat de buurt niet aandoen. Bovendien denk ik niet dat we een vergunning zouden hebben gekregen…! Toen kwam het idee bovendrijven om een kattenhotel te beginnen. De ruimte hadden we, de kennis ook. We informeerden bij de gemeente of er mogelijkheden waren en eigenlijk tegen mijn verwachting in, deden ze helemaal niet moeilijk! Voordat de vergunning uiteindelijk binnen was, duurde nog wel enkele maanden, maar we konden de voorbereidingen opstarten. Inmiddels staat het hotel er en zijn we bezig met de afwerking. In november moet het allemaal klaar zijn, want op 5 november is de Grand Opening. We willen iedere geïnteresseerde uitnodigen om te komen kijken van 14.00 tot 16.00 uur. En als ze niet kunnen wachten, dan kunnen ze ook op onze site terecht: kattenhotelcatz.nl”

Hoe komt het hotel er uit te zien?

“Je hebt het vanaf de buitenkant gezien. Binnen kom je in een kleine ontvangstruimte en dan komt de verblijfruimte. Die moet plaats bieden aan maximaal 25 katten. De groep mag niet te groot zijn. Het moet intiem blijven en ik moet ze de beste zorg kunnen bieden! Daarnaast zijn er vier suites voor katten die wat meer zorg nodig hebben. Zo kun je je voorstellen dat een kat met bijvoorbeeld diabetes wat extra behoeften heeft. Zoals ik al zei: we hebben de kennis in huis! Er is ook een verblijf waar de katten, weliswaar onder afdak en afgesloten van de grote tuin door gaaswerk, de frisse buitenlucht op kunnen zoeken. Vanzelfsprekend kunnen ze niet de tuin in, want dan zijn ze binnen de kortste keren verdwenen en dat is natuurlijk niet de bedoeling!
We willen een veilig onderkomen bieden, met aandacht voor de dieren. Ze moeten het zelf ook fijn hebben als hun baasjes toevallig een vakantie geboekt hebben. Maar er zijn legio redenen waarom je even je huisdier ergens anders onder wilt brengen. Denk aan een verbouwing, bijvoorbeeld. Bij die veiligheid hoort ook dat er rekening gehouden wordt met de zorg die een kat gewend is. Mocht er een bezoek gebracht moeten worden aan een dierenarts, dan ga ik met het dier naar de eigen dierenarts; daar weten ze ook het beste wat er kan spelen met zo’n kat. Een groot voordeel is dat, mocht er iets gebeuren waarbij directe hulp nodig is, de dierenarts voor noodgevallen nooit ver weg is!”

Heb je je voorbereid om dit kattenhotel te beginnen?

“Ja, wat dacht je! Ik heb me geschoold en momenteel ben ik bezig met de opleiding kattengedragstherapie. Daarvoor ga ik naar het Groenhorst-college in Barneveld. Daar zie je mensen van alle leeftijden en dat is ook leuk! Een kat is zo intrigerend! In tegenstelling tot honden leeft een kat veel meer bij de natuur. Het zijn erg interessante dieren.”

Is het hotel klaar?

“De weg ernaartoe is erg lang! Er is veel voorbereiding in gaan zitten en het is nog niet helemaal af. Zo willen we dat er straks op wens een fotootje gemaakt kan worden van de kat en dat het dan digitaal naar de baasjes op bijvoorbeeld Bonaire of Kreta gestuurd kan worden. En in een later stadium moet het zelfs mogelijk zijn dat de baasjes een inlogcode krijgen en dat ze dan vanaf hun vakantieadres op elk gewenst moment in kunnen loggen om zo live hun huisdier te kunnen zien genieten van het verblijf in Kattenhotel Catz! Zover is het nog niet, maar dat zal niet lang meer op zich laten wachten. Voor de kerstvakantie moet het in ieder geval zover zijn dat we onze eerste gasten kunnen verwelkomen!” Een standaardverblijf in kattenhotel Catz staat voor: ‘All inclusive. Alleen het beste is goed genoeg voor een dierbaar huisdier’. Dat staat op de achterkant van de uitnodiging te lezen. En dat straalt Eva ook uit. Haar enthousiasme voor dieren is groot en als de katten hetzelfde reageren als ik op haar rustgevende stem, dan komen ze helemaal ‘zen’ terug van een verblijf in het kattenhotel… Heel veel succes en ik kom op 5 november zeker een kijkje nemen!