“Ik voel me hier op mijn gemak…”

Het is een zonnige zaterdagmiddag. Nog frisjes, maar de mensen die zich terecht letterlijk opgesloten voelen het laatste jaar, pikken elke mogelijkheid om weer vrijheid te voelen mee en dat is wel duidelijk. Het is op straat veel drukker dan ik de laatste tijd gewend ben en terwijl ik me per fiets naar de Kulert begeef, zie ik veel mensen genieten in de tuin, die een voorjaarsbeurt krijgt. En naar een tuin ben ik ook onderweg. Nou ja, een tuin, zeg maar gerust naar een heel park! Want het was via een van onze redactieleden dat we het verzoek kregen om eens een babbeltje te gaan maken met de mensen van Natuurhobbypark Deurne. Deze vereniging heeft twee complexen waar mensen die groene vingers hebben, of menen die te hebben, vele uren per week vermaken met het planten, kweken en plukken of snijden van groenten, fruit en kruiden.

Het oudste complex (ca. 100 percelen) ligt aan de Pastoor Jacobs-straat in Deurne en de vereniging van gebruikers werd al in 1974 opgericht.
Wij concentreren ons op het complex dat in Zeilberg ligt, namelijk aan de Kulertseweg (ca. 70 percelen). Vanaf 1994 worden daar de aardappelen gepoot en gerooid, de aardbeien geplant en geplukt, de kruiden geplant en geknipt…
De diversiteit aan gewassen is enorm en ook de diversiteit onder de gebruikers of huurders, of tuinders, of hoe je ze ook wilt noemen, is groot! Mensen vanuit diverse culturen zijn vaak dagelijks bezig in hun tuinen en het blijft dan niet bij het onderhoud alleen. Het is een sociale gemeenschap waarbinnen men elkaar helpt, waar lekker gekeuveld wordt, waar tips uitgewisseld worden en waar zelfs ook groenten en recepten uitgewisseld worden.
“Toen ik eind vorig jaar de overblijfselen van mijn pompoenplanten op wilde ruimen, vroeg de buurvrouw hier die afkomstig is uit Thailand of ze de uitschieters van de planten mocht hebben. Ik had niet in de gaten dat die eetbaar zijn, maar in de Thaise keuken worden ze gewoon verwerkt!”, vertelt penningmeester Anita Geenen. “Later kreeg ik het verwerkt in een gerecht te proeven! Dat is toch leuk en fijn. Die mensen zeggen ook: “Ik voel me hier op mijn gemak en nieuwelingen zeggen dat ook altijd: “Er hangt hier zo’n fijne sfeer!”


Andrew: “Er wordt ook op verschillende manieren gewerkt. Er zijn er die echt ‘modern’ bezig zijn met het verbouwen volgens permacultuur (drie basisprincipes: rust voor de bodem, dus niet spitten, grond beschermen door te mulchen en diversiteit), anderen ‘spajen’ de grond ouwerwets ‘om’ en weer een ander gebruikt alleen groencompost. Ieder doet het op zijn eigen manier en ze eren van elkaar. En er is echt sprake van gemoedelijkheid waardoor iedereen makkelijk met elkaar in contact komt.”
We hebben onze tuinstoelen in een heerlijk zonnetje op een van de paden geplaatst, op ruim anderhalve meter en terwijl er een heerlijk fris briesje waait, wordt verteld over het mooi gelegen tuinenkwartier en de gebruikers daarvan. Met ‘we’ heb ik het over het gezelschap waarbinnen ik me bevind om dit IGM af te nemen. Naast Anita is dat Andrew Jones, de voorzitter van de vereniging. De secretaris van de club is verhinderd. Mooi is dat, want behalve secretaris bij de tuinvereniging, is Ineke van der Kaag ook redactielid van ons blad en zij zou samen met mij dit interview afnemen. Dankjewel Ineke… 😊
Het bestuur bestaat verder uit Casper Pouwels en Pieter Verbaarschot en er zijn nog twee plekken vacant.
Inderdaad…, als u nu denkt: “Dat zijn best wat bekende Zeilbergse namen”, dan denkt u hetzelfde als wat ik dacht! Veel minder gek is dat er op dit complex heel veel Zeilbergse mensen een tuintje hebben, immers het complex is gelegen in de Zeilberg.
Waar ik dacht dat het terrein gehuurd werd van een of andere agrariër, blijkt het eigendom te zijn van de gemeente Deurne. Het wordt al jaren gepacht van de gemeente.
Op mijn vraag of gezien de enorme bouwplannen die de afgelopen tijd nieuws werden er geen angst bestaat dat de gemeente de grond opeist om te gaan bouwen, wordt ontkennend gereageerd.

“Goh, daar heb ik nog helemaal niet aan gedacht!”, is Anita’s reactie. En Andrew zegt: “Als mensen nu last van ons hadden en wij daar bewust voor zorgden door te stoken, herrie te maken of wat dan ook, dan zou ik het me misschien voor kunnen stellen, maar dat is absoluut niet het geval. Er zijn regels en daar houdt iedereen zich prima aan. Er zijn ook nooit klachten, dus ik zou niet weten waarom we ons zorgen moeten maken! Mensen hebben deze manier van ontspannen ook nodig, dat blijkt wel, want er zijn eigenlijk geen tuintjes meer te verdelen! We zijn zelfs over moeten gaan tot het aanleggen van een wachtlijst!”
Dat is eigenlijk best wel raar… Toen Ineke tijdens een redactievergadering vroeg om eens aandacht te besteden aan deze vereniging, was dat ook om meer deelnemers te trekken. Daar hoeven we het nu niet om te doen, dus…?!

“Absoluut niet! We zien het laatste half jaar een enorme toename van geïnteresseerden en we hebben zo’n honderdtien leden. Dat zal ongetwijfeld ook aan corona liggen. De mensen willen gezonder leven en een eigen geteelde bloemkool of ‘kook’ aardappelen geeft de garantie dat die met de beste zorg en zonder bestrijdingsmiddelen zijn opgegroeid!”, vertelt Anita tevreden. Andrew vult aan: “Als het alleen als tijdverdrijf uitgekozen is, dan is het mogelijk dat er straks als er weer meer ‘bewegingsvrijheid’ komt, weer opzeggingen komen, maar eerlijk gezegd verwacht ik dat niet. Het is nu eenmaal een feit dat mensen veel bewuster gaan leven. Ze zijn veel meer met de natuur, het milieu en dus ook met voedsel bezig. Het is ook geen kwestie van ‘goedkoop eten’. Het is een hobby en elke hobby kost geld. Dat geldt ook voor zo’n tuintje! Je bent er veel tijd aan kwijt en die moet je eigenlijk ook meetellen. En als wij kunnen oogsten, dan zijn de prijzen in de winkel ook laag! Even bij de super binnenlopen en een krop sla kopen is eigenlijk veel goedkoper en makkelijker, maar een zelf verbouwde bloemkool of krop sla… ik weet het niet…, ik vind toch dat daar veel meer smaak aan zit! En dat zien alle tuinders hier zo, dus dat zal wel echt zo zijn!”


De vereniging zit goed in elkaar. Er zijn duidelijke regels waar iedereen zich aan moet houden (geen of minimaal -chemische- bestrijdingsmiddelen gebruiken en alleen na toestemming van het bestuur), er wordt op allerlei manieren tegemoetgekomen aan de wensen van de gebruikers, er is water in overvloed vanuit een eigen geslagen put met water dat bijna zo gedronken zou kunnen worden, er is een opslagruimte en een ‘kantine’ waar koffie gedronken kan worden. Als iemand de tuin opzegt, wordt de grond een keer helemaal omgezet, zodat een volgende gebruiker zonder problemen aan de slag kan. De omheining houdt vervelend gedierte weg en als er toevallig een mol toegang heeft weten te vinden tot het perceel, wordt die direct vakkundig gevangen en ‘uitgezet’. Er is een periodiek dat vier keer per jaar digitaal beschikbaar komt onder de naam ‘De Groenstrook’. Een papierenexemplaar komt hier in de ‘kantine’ te liggen.
De kosten zijn ook niet hoog, al lijkt dat voor de beginner wel zo. Een stuk grond van 100 m2 kost per jaar € 45,00. Maar de borg die betaald moet worden is best aan de hoge kant, maar dat komt doordat men door schade en schande wijs geworden is.
“Mensen wogen heel slim de inkomsten en uitgaven tegen elkaar af. Als ze met een borg van € 35,00 alle bouwwerken als kasjes en palen voor bonen, peulen, aardbeien, etc. konden laten staan en met de noorderzon konden vertrekken, hadden wij een kostenpost. Want het afvoeren en storten was dan gewoon duurder dan de borg. Dus daar hebben we verandering in aan moeten brengen door de borg flink te verhogen. Dat geld krijgen ze natuurlijk netjes terug als het perceel keurig wordt opgeleverd. Bovendien is er een mogelijkheid om de borg in termijnen te betalen, zodat het voor niemand echt een struikelblok hoeft te zijn. En voor nog geen vijfenzeventig euro per jaar is men lid en heeft men de jaarhuur van een tuin van honderd vierkante meter voldaan!”, wordt ons voorgeteld door penningmeester Anita.
“Er is duidelijk sprake van een verjongingsslag. De oudste tuinder is ouder dan tachtig jaar, maar als je kijkt wat zich de laatste tijd heeft aangemeld, dan kom je toch veel meer in de categorie dertigers en veertigers”, vertelt Andrew.
Als je meer informatie wilt of misschien zelfs wel aan de slag wilt om je groene vingers de ruimte te geven om in de grond te wroeten, dan kun je contact opnemen met de vereniging. Dat kan eigenlijk heel gemakkelijk: Ga naar de site en vul het contactformulier in. Binnen enkele dagen wordt dan contact met u opgenomen. Het adres: www.nhpd.nl.


Ik wandel nog even rond en zie dat Cindy van de Weijer doende is met een grondboor. Haar partner Joan Aarts staat een sigaretje te roken en ‘houdt een oogje in het zeil’. Op mijn vraag of ze nog wat grond ‘bijgekocht’ hebben, antwoordt Joan bevestigend. Ik weet dat ze vorig jaar begonnen zijn hier op het natuurpark, maar hun plekje was elders. “We hebben dit er nog bij gepakt,” zegt Joan, “het is maar een half perceeltje en voor die paar euro kon ik het niet zomaar laten liggen…”
Cindy vertelt dat ze enorm geniet van hun nieuwe hobby. “Vooral met dit weer…, een lekker zonnetje op onze bol…, heerlijk toch!”, lacht ze.
Ik verlaat tevreden deze groene, gezellige gemeenschap en weet dat ik er nog wel eens terugkom. Mijn broer heeft er namelijk ook een stukje grond en hij appt me wel eens ooit of ik zin heb in een kook boontjes of in een courgette of twee voor de soep.